Tótem

De 7-jarige Sol wordt door haar moeder bij haar opa thuis afgezet om te helpen met de voorbereidingen voor het verrassingsfeest ter ere van haar vader Tona. Hij is terminaal ziek en wordt in zijn ouderlijk huis verzorgd te midden van zijn familie. Sol mag haar vader niet zien omdat hij zijn krachten wil sparen voor later op de dag. Nieuwsgierig maar zich ook vervelend verkent ze intussen de dieren in de omheinde tuin, terwijl de volwassenen onhandig hun best doen om haar te beschermen tegen de harde realiteit. Gedurende de hele dag heersen er chaos en levendige drukte, maar naarmate het later wordt komen de familieverhoudingen onder druk te staan. Sol, voor wier ogen we het grootste deel van het drama zich voltrekt, zal op die dag moeten leren omgaan met verlies, verdriet en verandering.